Het ‘hofjesprincipe’, de toekomst.

“Ouderen kruipen bij elkaar”, kopt de krant en ook het radionieuws maakt melding van een nieuwe woontrend onder ouderen: ze zoeken leeftijdsgenoten als buren, met de bedoeling elkaar zorg en gezelschap te bieden zodat ze langer zelfstandig kunnen blijven wonen: het ‘hofjesprincipe’.  En het werkt. Dat weten wij sinds donderdag, toen we het nieuwe jaar mochten inluiden met de bewoners van De Vijverhof in Delft.

‘Het lijkt ons leuk om de jaarlijkse stoffige nieuwjaarsreceptie op te fleuren met een gezellige noot en zo een goede start voor het nieuwe jaar te maken’, luidde de aanvraag.

vijverhof-1De Vijverhof is een wooncentrum voor zelfstandig wonende ouderen vanaf 65 jaar met 137 appartementen waar op dit moment 161 ouderen wonen. Zorgorganisatie Pieter van Foreest voorziet in medische zorg door middel van een Zorgpunt en interne faciliteiten als een bibliotheek, een winkeltje en een actieve bewonerscommissie die allerlei activiteiten organiseert vormen het cement van een ‘kleine samenleving’ van wel zeer krasse knarren. De gemiddelde leeftijd is ongeveer 85 jaar, maar het is er allerminst ‘stoffig’.

De lach hangt in de zaal, die nagenoeg vol zit met ongeveer negentig bewoners. De Kerstboom staat er nog. Er is een batterij energieke vrijwilligers. Er zijn vriendenclubjes van vrouwen die elkaar al zestig jaar kennen en een verleden delen achter de bar van de plaatselijke voetbalclub. Er zijn grappen en grollen, ook ondeugende.

‘Ik vind het nog altijd jammer dat hij getrouwd is’, biecht een vrouw van 95 mij op en wijst naar een van haar mannelijke buren. Haar ogen verraden ondeugd.

Er is interesse in elkaar, oog voor elkaar. Een meneer wiens vrouw naar een verpleeghuis is overgeplaatst, krijgt een extra roos voor zijn vrouw en is tot tranen geroerd. Als tijdens de borrel met lekkers naar leeftijden geraden moet worden, slaan we meerdere malen de plank totaal mis. Een vrouw die we 82 geven is 97 en iemand die wij inschatten als een 50-jarige bezoekster, blijkt 68 en er gewoon te wonen. Ze vindt het heerlijk om onderdeel te zijn van deze gemeenschap en geniet zichtbaar van het nieuwjaarsfeest. Een man die minstens drie koppen boven haar uit toornt, slaat zijn arm om haar schouders.

‘Jullie moeten haar inhuren. Ze kan vreselijk goed zingen! Ik niet hoor, ik heb problemen met mijn gehoorapparaat. Ik hoor mezelf steeds en ontdekte vanmorgen dat ik hartstikke vals zing!’

Er is organisatietalent en uitvoerend talent. Er is talent om te besturen (‘Ik doe eigenlijk niet zoveel, maar ik let altijd wel op de mensen die door hun eigen bescheidenheid wel eens vergeten worden’) en er is hartelijkheid. We zingen en spelen de zaal blij. De rozenzee die ons aan het eind van 24 Rozen toezwaait telt ruim negentig lange rode exemplaren en wordt vergezeld van vrijwel net zoveel lachende gezichten.  Samen is het een inspirerend volkje daar in de Vijverhof; de verbinding is zichtbaar en voelbaar.
En meezingen dat ze kunnen!

Wij rijden langs de vijver en gaan Delft uit met twee tot de rand gevulde harten. Onze roady oppert regelmatig dat je niet te vaak moet zeggen dat iets bijzonder is, omdat het dan niet meer bijzonder is, maar dit was absoluut een bijzondere middag.

Wij overwegen tijdige inschrijving…

Reageren? Altijd leuk!