Onze missie verbeeld: blijf zingen!

Vandaag waren we een keer geen koffiemeisjes, maar limonademeisjes. We deelden geen koffie uit, maar ranja met een gekleurd rietje en hoewel de regen herfstig tegen de ramen sloeg en er geen Sofietje in heel  Huize Sint Petrus te bekennen was, ging dit koele drankje er gretig in bij ons publiek.  ’s Morgens bij de bewoners van de gesloten PG-afdelingen op hun huiskamers en ’s middags in de recreatiezaal voor de anderen. Het was een volle, mooie dag in Berkel en Rodenrijs, een dag waarop onze missie zomaar in een feller licht dan ooit werd gezet.

Aan het eind van de middag, kleden we ons om, verzamelen onze karrenvracht aan spullen en drinken voor het inladen nog een cappuccinootje aan de lange tafel in de hal. Een mevrouw komt door de schuifdeur van buiten. Ze manoeuvreert haar rollator omslachtig langs een plant en ploft neer in een vrije stoel.

‘Zo, even uitrusten!’

‘Bent u lekker buiten geweest?’, vraag ik.

‘Ja, heerlijk! Maar het werd wat fris, zonder het zonnetje.’

Ze herkent ons van de foto in het Activiteitenblad en er ontvouwt zich een gesprek over muziek. Ze vertelt dat ze haar hele leven heeft gezongen; dat ze het met de paplepel ingegoten kreeg door haar ouders die verdienstelijke operazangers waren.

‘In de oorlog waren er geen radio’s en dan vroegen de buren van mijn ouders hen regelmatig om de ramen aan de tuinkant open te zetten en voor ze te zingen.’

We praten over de noodzaak van muziek in het leven, de vreugde die het geeft, de verbinding die het mogelijk maakt en hoe het de herinnering aanraakt. Ze vindt het  fijn en belangrijk dat er in hun huis wordt gezongen door mensen zoals wij. Ze kan, door haar leeftijd (‘ik ben uit 1934’) en tot haar spijt, niet meer zingen in het koor waar ze tientallen jaren deel van heeft uitgemaakt en op mijn vraag of ze stiekem nog wel eens zingt, zegt ze glimlachend:

‘Ja, op mijn kamer, waar niemand het kan horen!’

De vrouw die naast haar zit haakt in.

‘Vorige week zag ik Betsy (niet de werkelijke naam) zitten. Ze was zo aan het huilen! Ach, ach, wat huilde ze. Ik vroeg haar wat we eens konden doen, want het was zo vreselijk, maar ze huilde alleen maar. En toen kwam het ineens in me op om wat met haar te zingen. En toen zongen we “Ik Ga Slapen, Ik Ben Moe” samen. Zomaar, midden op de dag. En ze werd helemaal rustig. Ze stopte met huilen en ze zong met me mee.’

Ze keert zich naar haar buurvrouw.

‘Dus als u zingen wilt, zet u dan uw deur maar open hoor. En als Betsy weer huilt, zingt u dan maar een mooi lied voor haar.’

Onze missie verbeeld en verwoord.

Betsy kenden we al. Ze was er vanmiddag ook. Ze werd naar de recreatiezaal gebracht en ze genoot, ze spiegelde onze bewegingen en zong stukjes mee. Ze lachte vaak, maar soms keek ze zorgelijk, zoekend rond. Dan zag ik de onrust rondwaren in haar brein. Na afloop, toen de zaal leegliep en ik de kabels stond op te rollen, hoorde ik Koffiemeisje Ilonka heel zachtjes ‘Stille Nacht’ met haar zingen. Ik keek om en zag ze samen zitten in de bijna lege zaal. Ik draaide het volume van de versterker, die nog wat Jaren 60 hitjes liet horen, langzaam naar 0, ik ging door met het oprollen van het snoer en ik luisterde naar hoe aandacht klinkt.

3 gedachtes over “Onze missie verbeeld: blijf zingen!

Reageren? Altijd leuk!