‘Wees gewoon lief voor elkaar!’

 

Deze week sloten we dit Koffiemeisjes-seizoen af. Dat gebeurde bij De Breede Vliet in Hoogvliet, onder de rook van Rotterdam. 

Gewapend met twee geleende sjaals en een clubshirt van Feyenoord, rijden we door de Beneluxtunnel naar het land van Hand in hand, kameraden! Ons publiek heeft er vanaf de eerste noot zin in, ze zingen alsof het een lieve lust is.

Zo’n laatste optreden voor de vakantie is iets anders dan alle anderen. Het voelt als het bereiken van een ‘finish’ midden in het jaar. Niet alleen omdat we dan even kunnen ademhalen na een drukke tijd en er ruimte is om de koffiemolens te smeren, de koffiebonenvoorraad te checken op houdbaarheid en de schortjes te controleren op slijtage, maar vooral omdat het ook zo’n moment is waarop je even stilstaat bij wat je hebt gedaan, een minuutje reflectie.

En soms zijn er dan van die mensen die dat momentje zomaar kleur geven.

Als de zaal na afloop zoemend leegloopt, blijft er een echtpaar achter. We gaan even bij ze zitten. Ze delen hun vreugde over ons optreden en de heerlijke middag die ze hebben gehad.  Ze draaiden beiden aan de molen en proefden de ouderwetse koffie. Hij lachte en playbackte ( ‘Zingen heb ik nooit gekund. Zij wel!’ ) en zij zong elk woord mee. We blozen haast van de superlatieven die ons ten deel vallen over onze mooie stemmen en performance. Hij oogt een zeventiger in zijn smetteloze overhemd met subtiel rood streepje. Maar hij fluistert trots dat hij 94 wordt en zij 91. Sinds zijn vrouw gevallen is, moet zij hier wonen, maar hij komt elke dag op de fiets naar haar toe.

‘Hij is zo lief!’, verzucht ze. ‘En zo knap nog, vind je niet? Als hij die mooie grijze broek aan heeft en hier binnen loopt, dan zie ik alle vrouwen zomaar naar hem kijken. Soms komt hij zelfs twee keer op een dag.’ De liefde spreekt uit haar ogen en uit zijn lach. Ze zijn al 71 jaar bij elkaar. 71 jaar! Zo oud werd mijn vader… Ze grinniken om onze bewondering.

‘Kind, zo moeilijk is dat niet hoor. Wees gewoon lief voor elkaar!’

We krijgen een welgemeende zoen en ze lopen samen de zaal uit. Zij licht voorover gebogen, achter haar rollator en hij vlak achter haar, zijn hand losjes op haar rug.

We eindigen dit seizoen met een gevoel van tevredenheid over wat we hebben kunnen doen, een gevoel van dankbaarheid voor wat we hebben mogen meemaken en leren en een gevoel van vastberadenheid om na deze zonnige zomer met volle kracht door te gaan, want er is nog zoveel te winnen en te doen voor de kwetsbare ouderen.

Fijne zomer, lieve mensen! Enne….gewoon lief zijn voor elkaar. 

Ilonka en Monique 

Gesmolten in Argos De Es

Denk aan de Koffiemeisjes
die leken vandaag net ijsjes
Ze zijn gesmolten in Zorgcentrum De Es

Dat kwam door meerdere dingen
door de hitte en  ’t zingen
’t was 32 graden, wat een stress!

Ze hadden het voorspeld:
Niet te druk doen, want je smelt!
Maar ze waren ongelooflijk eigenwijs…

Als twee pakjes boter,
maar dan alleen wat groter,
zijn ze uitgelopen, tot een plasje ijs

Enkel nog een roze schortje
lag daar naast hun bordje…
Alle kranten hebben het vermeld,
op de eerste pagina.
Kijk het zelf maar even na.
Ja, daar staat het, kijk maar: ‘Koffiemeisje smelt’ .

Die arme Koffiemeisjes!
’t waren net frambozenijsjes…
En ze smolten na hun allermooiste lied

Laat u zich vooral bedwingen
en ga met die hitte niet zingen
want zo’n einde gunnen zelfs de Koffiemeisjes u niet.

(vrij naar Annie M. G. Schmidt)

Aansluiting zoeken, aansluiting vinden

Ze zitten op de achterste rij, gebroederlijk naast elkaar. De één woont al ruim twee jaar in Zorgcentrum Soenda, de ander twee weken. Ze kennen elkaar nog niet.

De één krijgt een borreltje, want iedereen weet al dat hij dat zo lekker vindt. De ander vraagt een wijntje en het is te verwachten dat ze dat over een paar weken ook al voor hem klaar zetten, voordat hij erom hoeft te vragen.

‘Ik heb het naar mijn zin hier’, zegt de één. ‘Er zijn meer dan genoeg activiteiten en ik hou van muziek.’  De pret spettert uit zijn ogen, als hij een zelfgemaakt trekfluitje uit zijn zak haalt en er een paar keer op blaast.

‘Ik ben overgeplaatst van het François HaverSchmidt in Schiedam’, zegt de ander. ‘Het is even wennen. Maar ik heb besloten om naar alle activiteiten te gaan die worden georganiseerd, want dan ontmoet je andere mensen en vind je vanzelf aansluiting.’

De één laat de bitterballetjes voor wat ze zijn en claimt het hoopje ‘groenvoer’ dat te lekker is om de schalen hartige hapjes alleen maar op te leuken. Hij eet altijd gezond, weet de vrijwilliger me te vertellen. De ander neemt een heet kroketje.

Als we opstaan om aan het tweede deel van ons programma te beginnen, pakt de één het instrumentje op dat we hebben uitgedeeld. Hij draait zich naar de ander.

‘Wil jij misschien ook even?’

De aansluiting is daar.