De Zingende Koffiemeisjes Internationaal!

Moederkesdag in België

In West-Vlaanderen heet Gent geen Gent, maar Hent. Ze hebben er nog nooit van Buisman gehoord en als West-Vlamingen met elkaar praten, dan versta je ze niet.

Zaterdag gingen we de grens over bij Hazeldonk, richting Ieper, naar Woonzorgcentrum Wintershove in Vlamertinge. De Zingende Koffiemeisjes Internationaal! Hoe leuk is dat! Het zou er wel anders zijn, dachten we, maar verder dan de hierboven genoemde ‘verschillen’ kwamen we niet.

Ze hebben er ook gewoon een Moederdag in mei. Ze hebben ook prachtige huizen, waar ouderen samen wonen en worden verzorgd door kundige en betrokken verzorgenden, met rollatorparkings in de gang en hoekjes vol vintage-spulletjes. Ze hebben er ook gedreven en enthousiaste activiteitenbegeleiders, die er alles aan doen om de bewoners een zinvolle en fijne dagbesteding te garanderen; die hun tomeloze creativiteit aanwenden om op allerlei manieren geld bij elkaar te sprokkelen om een ‘schoon’ Moederdagcadeau te kunnen geven.

En de Vlaamse ouderen? Net zo muzikaal als die van ons! Net zo blij als ze worden toegezongen en net zo enthousiast bij het meezingen en muziek maken. We zagen dezelfde ontroering bij Droomland, dezelfde lol bij Omdat Ik Zoveel Van Je hou en een even lange polonaise bij O, wat ben je mooi. En bij onze aan alle moeders opgedragen toegift, Mag Ik Dan Bij Jou, was de stille aandacht even verpletterend als altijd.

Na afloop voelden wij ons welkom en een beetje jarig, want als Vlamingen hebben genoten, dan zeggen ze: ‘Proficiat! Het was schoon!’

Wat nou ‘de grens over’? Er waren zaterdag geen grenzen, want bij muziek en liefde verdampen die.

En o ja….ze moeten daar in Vlamingenland wel een ijzeren discipline hebben, want met zoveel oog- en tongstrelende chocoladewinkels op één vierkante kilometer, zou je toch verwachten dat ze stuk voor stuk tonnetjerond zouden zijn en dat zijn ze niet! Chapeau!

‘Zouden het zusjes zijn?’

Het is een vraag die we bijna bij elk optreden krijgen. Vanmiddag in Huize Meerleven in Bennebroek was het weer zover; al in de eerste dolenthousiaste huiskamer was het raak:

‘Zijn jullie zusjes?’

Oké, oké! We hebben allebei blauwe ogen, houden beiden van soepjes en lachen en huilen om hetzelfde. We houden allebei van bloemen en van de zon op onze wangen en we kunnen kletsen tot die onder gaat. Dat wel! Maar haar wiegje stond in Den Haag, het mijne anderhalf jaar eerder in Leiden. Haar Paps was een grappige, rock ’n rollende, muzikale Hagenaar, die leidinggevend technicus was bij Gist Brocades, de mijne een lieve, praatgrage, klassieke muziek-liefhebbende en volkomen á-technische journalist bij de Nieuwe Leidse Courant. Haar moeder was een kokette, rock ’n rollende, pittige winkelbediende in een keurige modezaak en de mijne een knappe boekhoudster, die werkte bij dezelfde krant als haar lief en later promoveerde tot het ambt van klassieke huisvrouw en daar nooit meer vanaf kwam.

Ik draag een XL-etje en zij draagt een bescheiden maatje M. Zij meet bij lange na geen 1 meter 70 en ik ruim 1 meter 80. Ik dein wat en zij heeft de dans in haar lijf, zij sopraant en ik alt en zij snurkt in haar diepste slaap (écht!) en ik niet (denk ik)….

Dus waarom toch elke keer die vraag?

Vandaag zag ik het! Toen ik mijn hand bewoog naar de fragiele schouder van een vrouw in ons publiek, waar de hare al op bleek te liggen. En toen zij haar lach gaf aan een meneer die ik net wakker had gelachen. Toen we samen hand in hand met twee bewoners de Amsterdamse grachten bezongen. En in hoe we elkaar aankeken toen een eerst schijnbaar bewegingloze en onbereikbare mevrouw zachtjes 24 Rozen meezong.
Wij delen onze passie voor dit vak; we delen de verwondering over de kracht van de muziek, we delen onze liefde voor de oudere medemens, zoals die soms kwetsbaar is, soms sterk, vrolijk of rusteloos, uitbundig of ingetogen, maar zo vaak vol geweldige verhalen. We delen het geluksgevoel als we met ons optreden weer verbinding hebben kunnen maken, want daarvoor doen we het.

Als wij onze witte bloesjes en roze schortjes aantrekken en de bloemen in ons haar doen, dan is er maar één antwoord mogelijk op de vraag of wij zusjes zijn:

Ja! De twee Zingende Koffiemeisjes zijn echte zusjes. Eeneiige tweelingzusjes zelfs! Zeker weten!

We hebben een koffieloodje!

loodjeWe kletsen uitgebreid na met de bewoners van de Vijverhof. Meneer Kees, voorzitter van de bewonerscommissie, tikt me op mijn arm en stopt een buisje in mijn hand.

‘Wat is dat, Kees?’

‘Weet je dat niet?’, zegt hij en ik bespeur enige verontwaardiging.

Ik bestudeer het object nauwkeurig.

‘Ik zou het niet weten…..een stoelpootverhoger?’, probeer ik, enigszins beschaamd.

‘Een wat? Nee joh!, lacht hij. Het is zeker 100 jaar oud, uit de erfenis van de Beppe van de Pake van de Heit van de Beppe van mijn Beppe…’ (dit gok ik een beetje…maar zoiets was het…)

Het is een echt antieken loodje!

Een gisse mevrouw in Maasland vertelde ons dat zij vroeger thuis een koffieloodje gebruikte om de hoeveelheid bonen voor één bakkie koffie af te meten. Eén lood is 10 à 15 gram.

Wij hadden er nog nooit van gehoord, laat staan er één gezien. Het is een metalen kokertje, dat aan de onder- en bovenkant open is. Sommigen hebben een oortje, maar deze is zo oud dat dat er niet aan zit. Het is een maatbekertje dat door een metalen tussenschotje ongelijk in tweeën is verdeeld. De ene kant voor de hoeveelheid bonen voor een straf bakkie, de andere kant als je van een te sterk bakkie een maagperforatie krijgt.

In ons praatje tijdens het maken van de ouderwetse koffie, vertellen we altijd dat we van het loodje hebben gehoord en dat we er graag één zouden willen hebben. ‘Dus als u er toevallig een in uw keukenkastje heeft, dan houden wij ons aanbevolen.’  Zo ook gisteren. En Meneer Kees spurtte naar zijn appartement om het kleinood voor ons te halen.

We mogen hem houden! En Meneer Kees kan er verzekerd van zijn dat we heel Nederland vanaf nu vertellen over het loodje van zijn Friese voorouders, Beppe en Heit incluis.

Dank je wel, Kees!

In stijl

We hebben een nieuw vervoermiddel, een nieuwe vintage gadget, een nieuw maatje!

Verplaatsten we ons eerst met een leuk, verrijdbaar en volgepropt karretje van een bekend Zweuds meubelmerk door de gangen van het verzorgingshuis, nu doen we dat geheel in stijl met een echte, antieke serveerwagen uit de jaren 60. Al onze ouderwetse koffiespullen passen erop alsof ze ervoor gemaakt zijn. En laten we eerlijk zijn, de antieke koffiemolen, de bloemige kopjes en de koffiebus komen toch veel beter tot zijn recht op een leeftijdgenoot.

Morgen krijgt hij zijn vuurdoop in Heemstede.

Serveerwagen

“Wanneer komen jullie weer?”

Een uur na de voorstelling, duwen we onze drie karren met spullen door de toegangsdeur van de recreatiezaal van Zorgbalans De Moerberg in IJmuiden.

Sjouwwerk

Twee bewoonsters van dit prachtige en gezellige wooncentrum zitten in het gangetje bij de liften.

‘Ach dames! Wat hebben jullie veel troep bij je! Nee, sorry hoor, ik bedoel geen troep, maar wat hebben jullie veel spullen!’

De ander knikt bevestigend en zegt: ‘Wanneer komen jullie weer? Ik heb zo genoten!’

Met twee glimlachen van oor tot oor duwen wij ‘onze troep’ de lift in en verdwijnen uit IJmuiden, om er zeker nog eens weer te keren!