Eenzaamheid krijgt een gezicht

“Vinden jullie het goed als ik wat foto’s en filmpjes maak vanmiddag’, vraagt onze begeleidster ons voor het optreden. ‘Geen zorgen voor jullie privacy hoor, want ze worden alleen op Familienet gezet, dat is een besloten omgeving, alleen voor de familie van de bewoners’.

De nacht na twee bewogen huiskameroptredens in Vinkeveen, echoën deze zinnen rond in mijn brein. De beelden evenzo. Ik zie de kleine, gedrongen Louisa de kamer binnenkomen, aan de arm van een verzorgende. In de deuropening aarzelt ze wat. Ze zoekt met haar ogen naar een veilig plekje en ik wijs haar op een lege stoel aan de andere kant van de kamer. Ik bied haar mijn arm, ze pakt hem, doet een stap en stopt dan weer. Ik heb haar vertrouwen nog niet gewonnen. Met een bescheiden glimlach kiest ze een plekje aan de tafel, dicht bij de deur.

We zingen de eerste liedjes, laten haar ruiken aan de versgemalen koffie en zien haar armen al gauw meebewegen op het ritme. Haar handklap verraadt muzikaliteit en haar glimlach ontspant. Als we My Bonny van The Beatles zingen, staat Louisa op. Ze schuifelt naar het midden van de kamer en ze swingt en twist; kleine, precieze bewegingen met haar heupen, stapjes waar ze horen, geen beat gemist. Ze draait rond ons, ze klapt en ze zingt. Bij Dancing Queen, bewijst ze dat ze die titel meer dan waard is. Ze gaat de hele kamer rond, ze danst dicht langs de rij klappende medebewoners en hun familieleden. Ze raakt ze een voor een aan alsof ze hen herkent en begroet. En iedereen groet terug, iedereen moedigt haar aan en bewondert haar. Als ze weer terug is in het midden, geeft ze ons spontaan een knuffel, terwijl ze danst. We zijn beiden geroerd.

Als de tonen van ons laatste lied nog in de hoek van de kamer hangen, zit ze weer aan de tafel. Ze praat niet en staart naar buiten. Onze begeleidster vertelt ons dat ze zelden met activiteiten mee doet, niet van de woning weg wil en dat ze helemaal niemand heeft, geen familie, geen vrienden, alleen een bewindvoerder. Het filmpje van haar dans met ons zal prijken op het Familienet. Louisa, die op haar heel eigen wijze het onomstotelijke bewijs levert, dat muziek mensen tot leven en tot hun essentie kan brengen….voor de familieleden van de anderen.

Wij gaan zeker een keer naar haar terug en we hopen dat ze dan weer met ons wil dansen, samen, verbonden, alsof eenzaamheid niet bestaat.

‘Zouden het zusjes zijn?’

Het is een vraag die we bijna bij elk optreden krijgen. Vanmiddag in Huize Meerleven in Bennebroek was het weer zover; al in de eerste dolenthousiaste huiskamer was het raak:

‘Zijn jullie zusjes?’

Oké, oké! We hebben allebei blauwe ogen, houden beiden van soepjes en lachen en huilen om hetzelfde. We houden allebei van bloemen en van de zon op onze wangen en we kunnen kletsen tot die onder gaat. Dat wel! Maar haar wiegje stond in Den Haag, het mijne anderhalf jaar eerder in Leiden. Haar Paps was een grappige, rock ’n rollende, muzikale Hagenaar, die leidinggevend technicus was bij Gist Brocades, de mijne een lieve, praatgrage, klassieke muziek-liefhebbende en volkomen á-technische journalist bij de Nieuwe Leidse Courant. Haar moeder was een kokette, rock ’n rollende, pittige winkelbediende in een keurige modezaak en de mijne een knappe boekhoudster, die werkte bij dezelfde krant als haar lief en later promoveerde tot het ambt van klassieke huisvrouw en daar nooit meer vanaf kwam.

Ik draag een XL-etje en zij draagt een bescheiden maatje M. Zij meet bij lange na geen 1 meter 70 en ik ruim 1 meter 80. Ik dein wat en zij heeft de dans in haar lijf, zij sopraant en ik alt en zij snurkt in haar diepste slaap (écht!) en ik niet (denk ik)….

Dus waarom toch elke keer die vraag?

Vandaag zag ik het! Toen ik mijn hand bewoog naar de fragiele schouder van een vrouw in ons publiek, waar de hare al op bleek te liggen. En toen zij haar lach gaf aan een meneer die ik net wakker had gelachen. Toen we samen hand in hand met twee bewoners de Amsterdamse grachten bezongen. En in hoe we elkaar aankeken toen een eerst schijnbaar bewegingloze en onbereikbare mevrouw zachtjes 24 Rozen meezong.
Wij delen onze passie voor dit vak; we delen de verwondering over de kracht van de muziek, we delen onze liefde voor de oudere medemens, zoals die soms kwetsbaar is, soms sterk, vrolijk of rusteloos, uitbundig of ingetogen, maar zo vaak vol geweldige verhalen. We delen het geluksgevoel als we met ons optreden weer verbinding hebben kunnen maken, want daarvoor doen we het.

Als wij onze witte bloesjes en roze schortjes aantrekken en de bloemen in ons haar doen, dan is er maar één antwoord mogelijk op de vraag of wij zusjes zijn:

Ja! De twee Zingende Koffiemeisjes zijn echte zusjes. Eeneiige tweelingzusjes zelfs! Zeker weten!

Eerlijkheid duurt het langst

We zijn bij Laurens Sint Petrus in Berkel en Rodenrijs, een voormalige ‘ambachtsheerlijkheid’ in de polder van Zuid Holland.

‘Goedemiddag allemaal! Wij zijn De Zingende Koffiemeisjes…wij hebben ons voor u uitgedost als koffiemeisjes uit de jaren 60.’

We showen onze roze schorten en bloemen in het haar.

‘Lijkt het er een beetje op? Of slaat het nergens op?’

Oké, oké, oké! Het is tegelijkertijd een open deur, het hoofd op een hakblok en een schot voor open doel, dat geven we toe…..

‘Nou, dat laatste!’, horen we zachtjes naast ons. We hebben beet en gooien even wat olie op het vuur!

‘Oh, ècht, mevrouw? Vindt u het een mislukte poging? Slaat het nergens op?’ We veinzen ontsteltenis.

img_9264-bewerkt2Ze knikt.  ‘Nou, jullie zien er hartstikke leuk uit hoor, daar gaat het niet om, maar het slaat nergens op. Zo liep ik er vroeger niet bij tussen de koei’n, hoor! Ik zie het al voor me! En die hakken, dat kon ook niet op de boerderij!’

Eén-nul achter, zou je zeggen, maar mevrouw drinkt haar kopje ouderwetse koffie helemaal leeg, glimlacht en zingt zachtjes mee met de liedjes. Rare, roze schortjes of niet. Aan het eind van ons optreden is het op z’n minst een gelijkspelletje: 1 voor mevrouw en 1 voor de stadse koffiemeisjes.

Kleinschalig geluk

singelhof_maasland_nb_overzicht01

In de Singelhof, een locatie van zorgkoepel Pieter van Foreest in Maasland, zijn twee woongroepen Kleinschalig Wonen. Het zijn twee aparte ‘huisjes’ waar zes bewoners met psychogeriatrische problematiek met elkaar wonen. Het voelt ook alsof we de woonkamer van een gezin betreden als we binnenkomen en hartelijk begroet worden. De bewoners zitten met z’n allen aan de koffietafel. Ze vinden het wel bijzonder dat de koffiedames van vandaag speciaal voor hen roze schortjes hebben aangetrokken.

We gaan gezellig bij ze aan de grote tafel zitten. Ze vertellen honderduit over hun ervaringen met het draaien aan de koffiemolen. Over hoe ze in de oorlog (‘de koffie was op de bon’) extra Buisman in de koffie deden, om de schaarse en dure koffie nog een beetje smaak te geven. En we leren wat een ‘loodje’ is. Een half loodje voor een slap bakkie en een heel loodje voor een beste kop koffie.  Ons bakkie scoort een dikke plus in beide huisjes en onze liedjes scoren een ‘onvergetelijk’.

In de week dat Hugo Borst zijn noodkreet van de daken moet schreeuwen, ervaren wij hoe het óók kan. Ons bezoek is een “samen-momentje” voor de bewoners én hun verzorgers. Er is geen voelbare haast of druk. Ze  zingen om het hardst met ons mee. We zien traantjes van ontroering en horen schatergelach van plezier bij beiden. Oude handen pakken de iets jongere en andersom. Zó kan het ook.

‘Ik werk een dag in de week op deze afdeling’, zegt activiteitenbegeleidster Jolanda, en het is hier zo anders en zo fijn!’

Als we onze spullen hebben ingepakt en langs de deur van de huiskamer lopen, zien we dat een bewoonster de was zit te vouwen, want dat heeft ze haar hele leven gedaan, dus waarom nu niet meer.  Kleinschalig Wonen, je gunt het iedereen die noodgedwongen in deze situatie verzeild raakt.

(foto van de site KOW)

Plaksnor

PlaksnorrenVandaag bezochten we vijf afdelingen van het prachtige Woonzorgcentrum Oostduin van Florence Zorg in het Haagse Benoordenhout. Het was een heerlijke middag met veel muzikale, zingende bewoners en een lach en een traan.

Maar soms hebben ook Zingende Koffiemeisjes rare dagen. Aan discipline, goede wil en puike voorbereidingen ligt dat niet, want die zijn altijd noodzakelijk, maar er gebeuren wel eens dingen die je niet kan voorzien. Zo ook vandaag.

De grieprestanten hangen nog rond in mijn hoofd, inmiddels gezakt van achter de ogen, via de neus naar mijn keel. Lastig en ik doe er alles aan om de stem goed te houden, want we zingen heel wat af deze maanden. Maar midden in het lied Omdat Ik Zoveel Van Je Hou, waarbij ik mij verkleed als “kerel”, compleet met pet, colbert en plaksnor, schiet er iets verkeerd in mijn keel. Ik kan alleen nog maar hoesten en er komt geen noot meer uit. Met het zweet op de rug, rond ik het lied proestend af, gooi verhit mijn pet en mijn snor af en pas na een litertje water en een langzaam herstel tijdens het meezinggedeelte van ons optreden, gaat het iets beter en krijg ik Het Dorp er wonder boven wonder zonder problemen uit.  De bewoners van Huiskamer 2 genieten gelukkig en opgelucht gaan we met onze begeleidster de lift in naar de volgende afdeling.

Op weg naar boven, lurk ik nog wat aan mijn verzachtende watertje.

‘Jee!, zegt onze begeleidster, gaat het weer een beetje?’ Ze kijkt me bezorgd aan. ’Is dit de eerste keer dat je je snor hebt ingeslikt?’

Gelukkig kon ik daar weer hardop om lachen, zonder te hoesten.

Ook lachen mag!

HogeVeldbewSoms hangt er een lach aan de dag. We verlieten vanmorgen proestend van het lachen ons dorp, nadat we de teckel van Ilonka met de grootste moeite uit haar netkousen hadden bevrijd.

Wij gingen op bezoek bij de bewoners van Hoge Veld in Den Haag,  een woonzorgcentrum dat is gespecialiseerd in zorg bij dementie. Wat een warm, vriendelijk en licht huis! Een prachtige gelegenheid om ons nieuwe programma De Zingende Koffiemeisjes S uit te voeren.

Zingen in de huiskamers,  voor kleine groepjes bewoners, is een heel andere ervaring dan in de recreatiezaal voor een groot publiek. Het contact is persoonlijker en emoties zijn voelbaarder. Een uitgestoken hand wordt eerder gepakt, een traan sneller gezien en een meezingende stem beter gehoord.

Een lieve vrouw in een rolstoel, die haar pop wiegt in haar armen en ons geamuseerd gadeslaat, barst uit in lachen als we op z’n onvervalst Amsterdams De Jantjes zingen. “Hahaha, ze zijn nog aangeschoten ook!”

Dementie is een op veel vlakken pijnlijke ziekte. Maar ondanks het verdriet dat onmiskenbaar aanwezig is in deze huizen, is er zeker ook die bevrijdende lach en de niet-vergeten humor.  Ook vandaag weer. En misschien doen we dit óók daarom zo graag.

Onvergetelijk

“U heeft ons een onvergetelijke ochtend bezorgd!”

Ze legt een oude hand op mijn wang en geeft me een welgemeende zoen. Ik voel de traan die naar haar lip is gerold.

“Het is zo heerlijk om deze liederen weer eens te zingen. Het brengt me terug naar vroeger, naar zondagsschool, in Drenthe.”

Ze vertelt twee keer over haar ouders, de één gereformeerd en de ander hervormd. Het Ere Zij God was te frivool voor haar vader, dus ze zingt het naar haar moeder, vol overgave, haar ogen twinkelen.

De Kersttoer van De Zingende Koffiemeisjes is van start gegaan in de huiskamers van Rietveld, een prachtige zorglocatie van Activite in Alphen aan de Rijn. Wat een ontroerende ervaring! We zingen Kerst voor de bewoners en mét ze, vooral dat. We luisteren naar ze, als ze coupletten uit hun brein toveren die wij niet op onze spiekbriefjes hebben staan, omdat we dachten dat ze die niet zouden kennen. We ontmoeten ogen die even wakker worden, blikken die verzachten, oprecht plezier, dankbaarheid en ontroering. We hebben de eerste zes huiskamers gehad en alle ca. vijftig bewoners horen zingen, galmen soms, geen uitzondering.

Foto2“Ik zal dit nooit vergeten”, fluistert ze me toe.

“Ik zal u ook nooit vergeten, mevrouw. Mag ik uw naam weten?”

“Diny!”

Ik ben Monique, mevrouw Diny.  Wat heeft u prachtig gezongen!”

Ze bloost. Ilonka zingt haar zachtjes een vrolijk Kerstfeest toe. En dan pakt ze een kerstkoekje en lacht ons naar morgen, want dan mogen we weer.

(Dank aan Mirjam de Goede voor de foto)