75e Bevrijdingsdag achter gesloten deuren

Het is 5 mei 2020, de dag die de boeken in gaat als de 75e Bevrijdingsdag. We lopen door de binnentuin van Zorgcentrum Hart van Groenewoud in Spijkenisse en ik zie de Nederlandse vlag vrij wapperen boven een terrein waar ‘vrijheid’ op dit moment een tot de verbeelding sprekend woord is. De bewoners vieren de 75e Bevrijdingsdag binnen, schuilend, achter slot en grendel, in schril contrast met de naam van vandaag.

Veel mensen die hier wonen hebben de 1e ook meegemaakt, op 5 mei 1945. Er zijn natuurlijk rood-wit-blauwe vlaggetjes, slingers en taartjes. Dat hoort erbij. We zouden hen er zo graag naar vragen, hoe dat was in 1945, hoe dat toen voelde, die herwonnen vrijheid, maar we kunnen, we mogen niet naar ze toe. Ze verschijnen op de balkons, in de deuropeningen. De Zingende Koffiemeisjes zingen, zij deinen en zwaaien op afstand.

Aan het pand kleeft een witte tent, waar familie een keer per week twintig minuten ‘Ontmoeting achter het raam’ kan boeken. Onze begeleidster is er blij mee, het is een manier om weer in contact te kunnen zijn, maar ze geeft toe dat de bewoners somber en prikkelbaar zijn.

We zingen aan alle kanten van het complex een serie opbeurende liedjes en krijgen de handen en duimen omhoog. Als we afsluiten met We’ll Meet Again, bedenk ik hoe mooi het zou zijn als die uitdrukkelijke wens uitkomt. Als wij de bewoners van Hart van Groenewoud in de toekomst weer dichtbij ontmoeten en ze de hand mogen schudden, dan weet ik wat ik ga vragen: ‘Hoe voelt het, die herwonnen vrijheid?’

Á la bonheure!

Op een woensdagavond van een roseetje genieten op het Vrijthof, op een donderdagmorgen vroeg wakker gebeierd worden door de klokken van de Sint Servaas, je zou denken dat dit het feit dat we verder van huis zijn dan normaal, voldoende zou moeten bekrachtigen. De zachte G die de begroeting van de activiteitenbegeleidster doet zoemen en het onverstaanbare gesprek tussen haar en haar collega zouden het allemaal nog echter moeten maken, maar we komen uit een bubbel en gaan pardoes een andere bubbel in, tijd en plaats zoek.

En dan is daar Jean, voormalig Prins Carnaval, uit Blauwdorp. Als we binnenkomen in zijn huiskamer, gaan zijn ogen glinsteren. Hij heeft een stopwoordje, of beter zinnetje. Als iets hem bevalt, zegt hij “Á la bonheure!” Vrij vertaald uit het Vlaams, betekent het zoiets als “Goed gedaan!” Hij zegt het bij onze liedjes als hij ze kent en mooi vindt en ook als hij onze koffie proeft, krijgen we er eentje. Hij spreekt het netjes uit, zodat wij Hollanders het ook kunnen verstaan.

En dan komt het moment waarop Jean ons midden in Maastricht zet, tussen de Maastrichtenaren. Bij de eerste tonen van ons lied Ode Aan Maastricht, rijst hij op. Hij spreidt zijn armen en fluistert

“Á la bonheure”.

Zijn ogen worden vochtig en klein, ik pak zijn hand en we zingen, zo samen als samen kan zijn.

“Kom met me mee naar Maastricht
Voor wie niet weet waar dat ligt
Ergens in ‘t uiterste zuiden van ‘t land
Parel van ‘t Limburgse land “

Hij ontfutselt ons een heuse zachte G, doet de rivieren die ons, Westerlingen, anders zouden maken dan de Zuiderlingen, ter plekke opdrogen. Na het lied klinkt zijn Á la bonheure! Limburgser dan ooit. Samen met alle bewoners en de verzorgenden zingt hij Carnaval in Maastreech voor ons. Een cadeau! We zijn zelf even stil, genieten en als het lied is afgelopen, voelen we ons één met de Limburgers.

We nemen afscheid met een welgemeend Á la bonheure! en vergeten nooit dat deze bubbel Maastreech heette.

Dag 2019, hallo 2020!

In 2019 hadden De Zingende Koffiemeisjes meer optredens dan ooit tevoren. We togen naar Maastricht, naar het diepste van Zeeland, naar Brabant en naar veel plaatsjes waar we nooit eerder van hoorden. We zongen op een groot podium in een echt theater in Utrecht, we speelden bij een Alzheimer Café en we deelden het licht in onze mooie Kersttoer.

Een enerverend en uitdagend jaar; veel uiteenlopende plekken en zoveel verschillende mensen. Maar in al die huiskamers en recreatiezalen was er toch elke keer één ding hetzelfde, iets dat ons kris-kras-heen-en-weer-gereis meer dan goedmaakt. Het is wat een Zingend Koffiemeisje een Zingend Koffiemeisje maakt, want dat is veel meer dan ouderwetse koffie en een lied. Het is de zoete verbondenheid van mens tot mens door de muziek en de pure aandacht, onze brandstof.

En in 2020 vult de agenda zich alweer met rasse schreden en gaan we er weer een prachtig jaar van maken.

Wij wensen u allen een gezond, liefderijk en voorspoedig nieuw jaar!

Onze ontmoeting met Ringo Starr

Er zijn verpleeghuizen waar wij in een jaar een reeks van vijf tot tien optredens op de huiskamers mogen geven. Dat is voor ons heel waardevol. Soms is het wrang, omdat we deelgenoot worden van het proces van de ziekte, dat zich op indringende wijze voltrekt en elke keer als we komen weer levens heeft genomen, maar het is ook leuk, omdat we een kans krijgen om de bewoners een beetje te leren kennen, ze bij hun namen te kunnen noemen en direct met hen verbonden zijn.

Zo kwamen we vorige week in Overrhyn op een huiskamer waar we de meeste bewoners kenden, maar ook twee nieuwe mensen mochten ontmoeten. Een mevrouw uit België en een zeer muzikale meneer.

Al bij het eerste nummer gaan zijn armen omhoog en dirigeert meneer van I. theatraal mee. Hij tikt zijn buurvrouw enthousiast op haar hoofd om haar tot meezingen te bewegen. Ze snapt dat niet helemaal, kijkt hem geïrriteerd aan en schuift haar stoel een stuk opzij. In het blokje Meezingers introduceren wij My Bonny Is Over The Ocean. We oefenen het refrein, dat iedereen kent en vertellen dan dat we dit lied in de versie van The Beatles gaan zingen. Meneer van I. veert op.

“The Beatles, zeg je?”

“Ja, The Beatles, kent u die nog?”

“Of ik die nog ken? Ik heb erbij gezeten!”

“O, echt?, zeg ik. Welk instrument speelde u? De gitaar, de bas?”

“Nee, de drums!”

Een heuse ontmoeting met Ringo Starr! Meneer van I. lijkt niet echt op hem, maar als je hem perfect op de maat ziet twisten met zijn vuisten, dan is het zo gek nog niet.

En als we Que Sera zingen, doet de nieuwe Belgische mevrouw nog een duit in het zakje. Doris Day woonde naast haar in Antwerpen, was haar vriendin en kwam regelmatig bij haar op de koffie.

“Volgens mij woont ze daar nog in Antwerp. Dat is zo ene lieve vrouw!”

Kleurrijke, prachtige verhalen uit een andere wereld.

Internationale Dag Van De Muziek

Het is vandaag de Internationale Dag Van De Muziek.

Wij zingen in Amsterdam. Op een PG-huiskamer van het Flevohuis. Klein, dichtbij, samen. Weinig internationaals hier. Zelfs het lied Smile, geschreven door Charlie Chaplin, zingen we in onze eigen vertaling. Dat wordt dan Lach! en de Nederlandse tekst raakt hier harten, elk woord wordt begrepen en gevoeld. Het diffuse brein is er niet tegen bestand en haakt aan.

Na ons optreden vragen de AB-er en de gastvrouw of we tijd hebben om nog iets te zingen voor meneer P. Hij is nog in zijn kamer en wordt verzorgd.

‘Hij houdt zo van muziek! Hij was zelf muzikant. Ik weet zeker dat hij hiervan zal genieten.’

We wachten op de gang. De deur van de kamer gaat open en eerst komt er een gigantische tillift naar buiten, gevolgd door twee vrolijke verzorgsters. In het flauwe licht van de kamer zit meneer P., fris gewassen in zijn rolstoel.

‘I have a surprise for you!’,zegt de gastvrouw. ‘These two ladies are going to sing for you.’

We begroeten hem ook maar in het Engels en zingen Stand By Me. In het instrumentale intermezzo pakt de gastvrouw zijn bewegingloze rechterhand en tegen haar linkerhand, klappen ze samen mee op het ritme. Een witte hand op een bruine hand en het geluid is hetzelfde. Wat we precies lezen in zijn diepbruine ogen is haast niet in woorden te vatten. Concentratie in ieder geval. Hij drinkt elke noot. En als de laatste zin is gezongen breekt een prachtige lach door.

‘Beautiful,’ zegt hij zachtjes.

We zingen You’ve Got A Friend en meneer P. wandelt rechtstreeks ons hart binnen, alleen híj bestaat in deze kamer. We zingen onze harten leeg voor hem.

Na het afscheid, lopen we stil naar de lift. Ik zucht, Ilonka kijkt me aan en we knikken naar elkaar. ‘Dit is waar ik voor op deze wereld ben’, zegt ze. Ik knik en ik hoor alleen maar: ‘Beautiful!’

Dag Van De Muziek, zonder grenzen.

Ontmoeting met een écht Koffiemeisje

‘Dag mevrouw, ik ben uw zingende koffiemeisje vanmorgen!’

Ze lacht en pakt mijn hand al voordat ik hem goed en wel uit kan steken.

‘Ik ben mevrouw Luyendijk. Ik was vroeger ook een koffiemeisje. Geen zingende hoor, dat laat ik mooi aan jullie over!’

Het is toch bijzonder! Een echt koffiemeisje uit de tijd van de liedjes die we zingen. Nel (‘maar iedereen noemt me Corry’) vertelt met gepaste trots dat ze in de vijftiger jaren werkte in de bedrijfskantine van de Volksbond in de Rotterdamse Waalhaven.

‘Het was hard werken hoor. Ik moest al om zes uur beginnen en dan wilden die havenarbeiders allemaal een kop koffie.’

Ze weet alles van onze ouderwetse koffie, draait vlijtig aan de koffiemolen en geeft ons een voldoende voor het haar uitgereikte bakkie. Na de voorstelling biedt ze aan de kopjes af te drogen, want ‘dat hoort er ook bij’.

Corry Luyendijk, het koffiemeisje uit de jaren vijftig, woont nu met haar mede-bewoners in het Hart van Groenewoud in Spijkenisse. Ze blijft tot iedereen weg is. We gaan met haar op de foto en krijgen zelfs een handtekening. En als dat is gebeurd, dan wijst ze op onze schortjes.

‘Ik had gewoon een saai bedrijfsschort aan hoor, niet zo’n mooie roze!’

‘Zouden het zusjes zijn?’

Het is een vraag die we bijna bij elk optreden krijgen. Vanmiddag in Huize Meerleven in Bennebroek was het weer zover; al in de eerste dolenthousiaste huiskamer was het raak:

‘Zijn jullie zusjes?’

Oké, oké! We hebben allebei blauwe ogen, houden beiden van soepjes en lachen en huilen om hetzelfde. We houden allebei van bloemen en van de zon op onze wangen en we kunnen kletsen tot die onder gaat. Dat wel! Maar haar wiegje stond in Den Haag, het mijne anderhalf jaar eerder in Leiden. Haar Paps was een grappige, rock ’n rollende, muzikale Hagenaar, die leidinggevend technicus was bij Gist Brocades, de mijne een lieve, praatgrage, klassieke muziek-liefhebbende en volkomen á-technische journalist bij de Nieuwe Leidse Courant. Haar moeder was een kokette, rock ’n rollende, pittige winkelbediende in een keurige modezaak en de mijne een knappe boekhoudster, die werkte bij dezelfde krant als haar lief en later promoveerde tot het ambt van klassieke huisvrouw en daar nooit meer vanaf kwam.

Ik draag een XL-etje en zij draagt een bescheiden maatje M. Zij meet bij lange na geen 1 meter 70 en ik ruim 1 meter 80. Ik dein wat en zij heeft de dans in haar lijf, zij sopraant en ik alt en zij snurkt in haar diepste slaap (écht!) en ik niet (denk ik)….

Dus waarom toch elke keer die vraag?

Vandaag zag ik het! Toen ik mijn hand bewoog naar de fragiele schouder van een vrouw in ons publiek, waar de hare al op bleek te liggen. En toen zij haar lach gaf aan een meneer die ik net wakker had gelachen. Toen we samen hand in hand met twee bewoners de Amsterdamse grachten bezongen. En in hoe we elkaar aankeken toen een eerst schijnbaar bewegingloze en onbereikbare mevrouw zachtjes 24 Rozen meezong.
Wij delen onze passie voor dit vak; we delen de verwondering over de kracht van de muziek, we delen onze liefde voor de oudere medemens, zoals die soms kwetsbaar is, soms sterk, vrolijk of rusteloos, uitbundig of ingetogen, maar zo vaak vol geweldige verhalen. We delen het geluksgevoel als we met ons optreden weer verbinding hebben kunnen maken, want daarvoor doen we het.

Als wij onze witte bloesjes en roze schortjes aantrekken en de bloemen in ons haar doen, dan is er maar één antwoord mogelijk op de vraag of wij zusjes zijn:

Ja! De twee Zingende Koffiemeisjes zijn echte zusjes. Eeneiige tweelingzusjes zelfs! Zeker weten!

Het jaar is op!

scheurkalender-2017-3-500x500_0Op de laatste dag van 2016 waren wij de speciale Oudejaarstraktatie naast de gebruikelijke oliebollen en champagne bij Pieter van Foreest Veenhage in Nootdorp. Best bijzonder om in die eindejaarsfeer te gast te mogen zijn in het verzorgingshuis.

In onze levens vliegen de jaren voorbij, glippen ze je maar zo door de vingers,
gevuld als ze zijn met een hoos aan activiteiten en belevenissen. Ik vind het wel eens ontluisterend hoe rap het gaat, de volle agenda’s gaan niet over NU, maar bepalen de vaart waarin we naar straks rennen. Vanuit dat perspectief, heb je al gauw de neiging te denken dat dat voor de ouderen anders is. En hoe is dat voor mensen wiens geheugen de tijd rigoureus door elkaar husselt. Zijn lege dagen ook nog dagen? Bestaan jaren wel en vloeien die niet volkomen ongemerkt in elkaar over? Soms niet, kan ik u vertellen:

Het is pauze. Ilonka oefent haar Spaans met een Spaanse bewoonster (Barcelona o lá lá) en ik zit met een glaasje water te wachten in de hal tot ons publiek een oliebol heeft verorberd. Een vrouw van mijn leeftijd snelt me voorbij naar haar vader en zus die bij de deur op haar staan te wachten. Paps gaat mee voor een oudejaarsavond met de familie.

‘Sorry, sorry, sorry, dat ik jullie liet wachten. Ik was nog even bij je buurman, Pa. Die was zo verdrietig.’ Pa knikt afwezig.

‘O, echt? Wat was er dan’, vraagt Zus.

‘Hij zat aan zijn tafeltje in z’n kamer en was een beetje in paniek. Zijn familie heeft zo’n kalender voor hem gekocht vorig jaar, waarmee ze hem op het spoor van de dag en de datum houden. Hij moet dan elke morgen een dag afscheuren. Maar toen hij dat vanmorgen wilde doen, zag hij dat het er nog maar één velletje was. Dat durfde hij niet af te scheuren, want dan was het jaar op en hoe moest hij
dan verder? De nieuwe kalender voor 2017 lag ernaast, nog in het plastic, maar hij kon de verbinding niet maken dat hij gewoon opnieuw kon beginnen met scheuren morgenochtend. Ik heb het hem uitgelegd en ik geloof wel dat hij het begreep, want hij werd rustig.’

Hoe 365 stukjes jaar op een velletje een uitdaging kunnen vormen, die je je niet kunt voorstellen.

Het was ons laatste optreden van 2016. Wij hebben het nieuwe jaar aangebroken en prijzen ons gelukkig dat we al weten dat er in 2017 vele zullen volgen.

 

 

Vakantie!

ZonnebrilDeze week speelden we de laatste twee voorstellingen voor de zomervakantie. We kijken terug op een prachtig eerste seizoen, dat bol stond van de ervaringen en belevenissen.

Van de eerste try-out bij de Hof van Alkemade in mei vorig jaar, tot de onvergetelijke Kersttoer, waarbij wij zoveel harten wisten te raken en zelf zo geraakt werden door de reacties. Van uitbundige zangfestijnen bij onze XL shows voor groot publiek naar ingetogen, maar hartverwarmende koortjes die ontstonden bij onze optredens in de huiskamers.

We zetten, met de hulp van ons publiek, ettelijk ouderwets bakkie koffie, maar moesten maandag constateren dat we het nog niet helemaal onder de knie hebben…soms kregen we een tien en de volgende keer een drie. We raceten rond met onze koffiemolens van Leiden tot Delft, van Hazerswoude tot Raalte en van Heemstede tot IJmuiden. We versleten toch zeker een plaksnor of dertig, ontmoetten ontelbaar veel mooie mensen en zongen heel vaak over dorpen die niet meer bestaan, zonder ooit verveeld te raken.

OliverEn we constateerden dat we onze missie onverminderd voort kunnen zetten, dat muziek maken en zingen wérkt en dat zorgorganisaties dat ook oppikken en ons werk zelf omarmen en vaker met de mensen zingen.

Toen wij woensdag onze spullen opruimden na een heerlijke morgen bij Activite Noorderbrink, werd ik aangesproken door een medewerkster.

“Ik moet jullie bedanken! Ik heb vanmorgen ontzettend mijn best gedaan om die mevrouw daar mee naar beneden te krijgen. Ze doet nooit mee aan de activiteiten en zit vaak alleen op haar kamer. Maar uiteindelijk lukte het me en kwam ze mee. Ze heeft zo enorm genoten, dat ze zich net heeft ingeschreven om voortaan van haar kamer gehaald te worden voor de andere activiteiten. Dus hartstikke bedankt.”  Mission accomplished, hier doen we het voor!

Wij gaan nu drie weekjes opladen, drie weekjes weer even aan de Senseo, drie schortloze weekjes, maar zijn midden augustus weer terug om dit prachtige werk te hervatten.

Wij wensen u een heerlijke zomer!

Rozen!

Rozen

Wij eindigen onze voorstelling De Zingende Koffiemeisjes steevast met een lied over rozen. Dat is niet voor niets. Er is geen andere bloem zo sterk verbonden met emotie als de roos en emotionele betrokkenheid is op de plekken waar wij optreden onontbeerlijk.

Als het even lukt, zorgen onze klanten voor een emmer rozen om uit te delen aan de bewoners. Soms omdat ons optreden onderdeel van een feest is, soms gewoon om er een echt feestje van te maken en de bewoners eens te verwennen. Wat een ongelooflijk prachtig sluitstuk van ons optreden als we uitgezwaaid worden door tientallen armen met rozen!

Maar wat als dat even niet lukt? Dan is er opeens een ontzettend aardige buurman, die ons zomaar 50 prachtige rode rozen laat uitzoeken, omdat hij het doel dat wij nastreven een warm hart toedraagt.

John de Koning (Bloemengroothandel J. de Koning), mede namens de bewoners van Zuidervaart: dank je wel!!!
Ze zijn roder dan rood en mooier dan mooi!!!!