Waardigheid en Trots in de praktijk

Zijn vrouw stelde hem aan ons voor. Zelf oogt Cor wat timide, maar als ik hem vertel dat we liedjes komen zingen, lichten zijn ogen op. Met wat zachte aanmoediging van zijn vrouw, vertelt hij dat hij lange tijd in een koor heeft gezongen, zeemansliederen. Naar onze liedjes luistert hij eerst vooral, maar dan fluit hij mee, als een merel. Later zie ik hem zachtjes meezingen met het refrein van Aan De Amsterdamse Grachten.

Op driekwart van ons programma, staat hij plotseling op en doet een stap in mijn richting. Ik sta naast hem, hij kijkt me even aan en richt zich dan tot ons 15-koppige publiek in de huiskamer:

‘Ik wil graag wat zeggen.’

Zijn stem klinkt luid en duidelijk. Hij denkt even na en ik knik naar hem.

‘Ik heb heel lang in een shantykoor gezongen.’

Weer een pauze. Ik zie hem zoeken naar wat hij wilde zeggen. We wachten geduldig en dan zegt hij:

‘Maar ik kan u zeggen dat dat niet kon tippen aan dit. Ik vind het geweldig. Dat wou ik even zeggen.’

Wij schatten Cor’s compliment op waarde, bovenal omdat wij zien hoe ook zijn medebewoners genieten van de muziek en van de ouderwetse koffie (die vandaag superlekker werd).

De woonvoorziening waar we zijn heeft financiële ruimte voor één ‘grote’ activiteit per maand. Meer geld is er niet. Wij brengen op twee huiskamers een uurtje aandacht, muziek en vertier. Als wij ervaren wat ook hier weer de uitwerking is van ons optreden, dan vinden wij het oprecht erg dat dit maar 1 keer per maand kan.

Gisteren ontvingen wij een berichtje van een activiteitencoördinator van een ander huis:

‘De vrijwilligster die bij jullie optreden was schoot me een aantal dagen erna weer aan.
Ze was overweldigd door de impact van jullie optreden bij de bewoners.’

Complimenten die verder zouden moeten reiken dan onze mailbox en de overheid eens te meer zouden moeten aansporen om muziek en aandacht als een recht te beschouwen, ook voor deze kwetsbare groep mensen. Wij hopen dat Minister De Jonge van Volksgezondheid zijn woorden waarmaakt:

“Bewoners gaan merken dat ze meer liefdevolle tijd en aandacht krijgen”

Aan ons zal het niet liggen.

‘Je moet het zien!’

 

kreek2

Ik kan niet slapen. De middag bij De Kreek in ’s Gravenzande golft door mijn brein. Geluiden en flarden van wat wij daar beleefden vliegen langs als de pakkende trailer van een film:

De kennismaking met twee voor hun vak geboren en bevlogen activiteitenbegeleiders, die een geolied team vrijwilligers aansturen; de aanblik van een zaal vol met een publiek van naar schatting 90 à 100 mensen; de mevrouw die onder het luidkeels zingen van een alternatief ‘Koffie Koffie-lied’ een koffiemolenvol bonen leeg draait en later twee schoteltjes gebruikt om de maat te slaan; de twee olijke vriendinnen op de eerste rij (eentje van 97!), die alle liedjes meezingen en die bij het laatste walsje een heerlijke rolstoelendans ten tonele voeren; de blozende Sophie, voor wie wij zingen dat ze ‘de mooiste van de mooisten’ is; en Ellen, die ons, vanuit haar bed dat naast het podium staat, lachend verzoekt om de grachten van 020 voor één keertje in Rotterdam te plaatsen…Aan de Rrrrrotterdamse grachten…..waarom niet?; de stralende lach van meneer De Munnik, die vroeger optrad met een Hawaïaanse band en die door zijn liefde voor de muziek en voor de dans uit zijn rolstoel opstaat en een voorzichtig dansje doet; de marktkoopman die vertelt dat hij, in tegenstelling tot wat wij zongen, nog nooit 100 vrouwen tegelijk op het Marktplein van ’s Gravenzande heeft gezien; de puber die op bezoek is en vanaf de achterste rij heel hard meezingt en -zwaait met 24 Rozen;

Mijn slapeloze hoofd twijfelt; waar schrijf je nou toch het blogje over? Zoveel gezien, zoveel gehoord…  En dan herinner ik me het gesprek dat we na afloop met de marktkoopman hebben. Hij vertelt dat hij zijn vrouw hier acht jaar lang heeft verzorgd en dat ze hem acht maanden geleden is ontvallen. Dat hij in die tijd zo’n bewondering heeft gekregen voor de ‘meiden’ die zijn vrouw verzorgden. Dat hij ontzag heeft gekregen voor hun eindeloze inzet en liefdevolle aandacht. Dat ze nooit te beroerd waren om iets extra’s te doen om het zijn vrouw comfortabeler te maken.

‘Weten jullie, meiden, er wordt zo vaak geklaagd en gezeurd over de dingen die niet helemaal goed gaan, maar ik had niet geweten wat ik zonder hen had gemoeten. Maar je moet het zien, hè. Je moet het zien.’

Amen.  Daar gaat ons blogje over, over het elkaar zien!

kreekProost op al die mensen die ZORGEN tot hun vak gemaakt hebben en die oud-inwoonster en gemeenteraadslid van ’s Gravenzande, Erica Terpstra, allen stuk voor stuk ‘KANJERS’ genoemd zou hebben.
Proost op jullie zorg en aandacht!

En nu ga ik slapen!

 

Eerlijkheid duurt het langst

We zijn bij Laurens Sint Petrus in Berkel en Rodenrijs, een voormalige ‘ambachtsheerlijkheid’ in de polder van Zuid Holland.

‘Goedemiddag allemaal! Wij zijn De Zingende Koffiemeisjes…wij hebben ons voor u uitgedost als koffiemeisjes uit de jaren 60.’

We showen onze roze schorten en bloemen in het haar.

‘Lijkt het er een beetje op? Of slaat het nergens op?’

Oké, oké, oké! Het is tegelijkertijd een open deur, het hoofd op een hakblok en een schot voor open doel, dat geven we toe…..

‘Nou, dat laatste!’, horen we zachtjes naast ons. We hebben beet en gooien even wat olie op het vuur!

‘Oh, ècht, mevrouw? Vindt u het een mislukte poging? Slaat het nergens op?’ We veinzen ontsteltenis.

img_9264-bewerkt2Ze knikt.  ‘Nou, jullie zien er hartstikke leuk uit hoor, daar gaat het niet om, maar het slaat nergens op. Zo liep ik er vroeger niet bij tussen de koei’n, hoor! Ik zie het al voor me! En die hakken, dat kon ook niet op de boerderij!’

Eén-nul achter, zou je zeggen, maar mevrouw drinkt haar kopje ouderwetse koffie helemaal leeg, glimlacht en zingt zachtjes mee met de liedjes. Rare, roze schortjes of niet. Aan het eind van ons optreden is het op z’n minst een gelijkspelletje: 1 voor mevrouw en 1 voor de stadse koffiemeisjes.